| De Zeevissite |
| Hengelsport Sportvissen Zeevissen Bootvissen |
Bootvissen met licht materiaalToch zijn er plaatsen in Nederland, waar het heel goed mogelijk is om wat lichter te vissen. En dan heb ik het natuurlijk nog steeds over zout water. Een van die plaatsen is de Oosterschelde. Bij het vissen met een huurboot op de schorren in de Oosterschelde is een zware boothengel echt niet nodig. Een hengel met een maximaal werpgewicht van 50 gram voldoet uitstekend. Vaak kunnen we zelfs met minder toe. Dit betekent dat we zelfs onze zoetwater hengels kunnen meenemen. Een karperhengel of spinhengel is bijvoorbeeld uitstekend te gebruiken. Op deze hengels zetten we uiteraard een bijpassende molen. Als we de molens van te voren even behandelen met siliconenspray of een lapje met zuurvrije vaseline, hoeven we echt niet bang te zijn voor het zoute water. Uiteraard moeten we de molens direct na gebruik goed afspoelen met leidingwater. Op de molen zetten we een lijn van ongeveer 25/00 dik. Het is raadzaam een voorslag van 35/00 of 40/00 te gebruiken. Door de aanwezige stenen en mosselen op de bodem, heeft een lijn van 25/00 namelijk erg veel te lijden. Maak deze voorslag twee keer zo lang als de lengte van de hengel. De onderlijn die we gebruiken moet zo licht mogelijk zijn. Dus geen metalen afhouders, maar bijvoorbeeld haaklijntjes zonder afhouders. Ook bezemdraad afhouders werken hier goed. Wat ook goed bruikbaar is, is een klein formaat garay hoekafhouder.
We werpen het aas zo goed mogelijk tegen de stroom in, waardoor de lijn door de stroming beter tegen de bodem wordt gedrukt. Werp in ieder geval nooit met de stroom mee. Het lichte lood zal in dat geval namelijk niet blijven liggen. Op het moment dat de stroom wegvalt, wisselen we onmiddellijk van tactiek. We monteren een loodje zonder ankers. Het beste werkt in dat geval een plat loodje, dus bijvoorbeeld een ring- of lepelloodje. Dat laatste is zeer gemakkelijk zelft te gieten, maar daar hebben we het een andere keer nog wel over. Werp zo ver mogelijk in en wacht tot het loodje op de bodem ligt. Na één tot twee minuten draai je de lijn langzaam een meter of twee in. Weer even wachten en daarna weer een stukje indraaien. Dit doen we net zo lang tot we beet hebben, of totdat het loodje bijna bij de boot is. Dit is een zeer actieve manier van vissen die zeer goed werkt als er geen stroming staat. De vis gaat dan namelijk plat op de bodem liggen en pakt alleen nog maar voedsel dat vlak in zijn buurt komt. De vissen die we op deze manier vangen zullen voor het overgrote deel platvissen zijn. Vooral bot en schol zijn op deze manier goed te vangen. Wanneer het in de zomer donker wordt, maken we uiteraard ook kans op tong. Toch is het verstandig om ook met iets anders rekening te houden. De bijvangst wil bijvoorbeeld nogal eens uit zeebaars bestaan. Omdat een zeebaars toch wel wat meer tegengas geeft dan een bot of schol, moeten we hier goed op voorbereid zijn. We moeten dus om te beginnen de slip goed afstellen. Dit moet echt goed gebeuren, want een flinke zeebaars heeft echt geen moeite met een lijntje van 25/00 dik. De kans op zeebaars betekent ook dat we niet dunner kunnen gaan dan een hoofdlijn van 25/00. Vanaf eind november gaat ditzelfde verhaal op, alleen dan niet voor de zeebaars. Deze zal zich dan namelijk nog zelden laten zien. Tot grote vreugde van velen zal dan wel onze vriend Gul weer aanwezig zijn. De gul zal een paar lekker zeepieren of zagers echt niet aan zich voorbij laten gaan. En ook een met flinke gul moet uiteraard voorzichtig worden omgegaan. De slip dus goed afstellen en voorzichtig drillen. Wanneer we op deze manier vissen heeft ons zoetwater materiaal echt niet veel extra te lijden. Maak alles aan het einde van de visdag gewoon goed schoon (ook de hengel), dan is er niets aan de hand. Goede vangst, en laat eens wat weten over uw ervaringen!
|
|||||||||||||||||
