| De Zeevissite |
| De juiste onderlijn voor de juiste vis |
Bezemdraad afhoudersDe onderlijn die hieronder staat beschreven is er een die vaak wordt gebruikt voor het vissen op platvis. Het is een fijne onderlijn die gemakkelijk zelf is te maken en onder vrijwel alle omstandigheden goed bruikbaar is. Zoals op de tekening is te zien, worden er twee afhouders gebruikt. Het voordeel van een derde afhouder weegt, zoals eerder betoogd, niet op tegen het verbruik van veel meer aas, het verlies aan werpafstand en de langere tijdsduur die dan nodig is voor het beazen van de haken.
Voordat je de knoop helemaal aantrekt, pak je eerst een afhouder. Deze steek je in de knoop. Let op! Niet de afhouder door het ruime lusje steken, maar tussen de twee om elkaar gekronkelde lijntjes, precies in het midden. Als je de knoop nu aantrekt, komt de afhouder haaks op de onderlijn te staan. De knoop moet echt heel hard worden aangetrokken, omdat anders de afhouder los kan schieten. Dit laatste zal waarschijnlijk niet snel gebeuren onder het gewicht van een scholletje of andere kleine platvis, maar er zwemt ook nog weleens iets anders rond, toch? Aan de andere kant van de onderlijn doe je precies hetzelfde, zodat je twee afhouders aan de onderlijn hebt. Nu maak je aan beide uiteinden van de onderlijn een lus en..... klaar is kees (of verzin zelf een leuke naam). De afhouders waar we het zojuist over hadden, zijn los te koop. Ze zijn meestal per bosje van enige tientallen verkrijgbaar en hebben een lengte van ongeveer 30 centimeter. Voor je ze kan gebruiken, moeten ze nog een speciale behandeling ondergaan. Als eerste moeten ze op lengte worden geknipt. Zelf geef ik de voorkeur aan een lengte van 20 cm, maar je mag ze ook gewoon doormidden knippen. Je hebt dan twee afhouders van 15 cm. Aan elk uiteinde van de afhouder smelt je een afgeplat bolletje. Dat kun je gemakkelijkste op de volgende manier doen. Neem een oud mes en verhit dat in een gasvlam. Als het mes goed heet is, druk je het uiteinde van de afhouder er tegenaan en zie...... er ontstaat een prachtig afgeplat bolletje. Zorg er wel voor dat het bolletje niet te klein is, anders schiet de onderlijn of haaklijn er af. De haaklijntjes moeten ongeveer een centimeter korter zijn dan de afhouder. Dit voorkomt dat de haaklijntjes in de war komen met de onderlijn. Als je de onderste afhouder dicht bij het lood zet, mag het haaklijntje van deze afhouder wat langer. Je kunt dan met een lange wapperlijn vissen. Het haaklijntje van de bovenste afhouder moet echter altijd korter zijn dan de afhouder. Anders komt het te gemakkelijk in de war met de onderlijn.
|
||||||||||||||||||||
