| De Zeevissite |
| De juiste onderlijn voor de juiste vis |
De VerenpaternosterDe verenpaternoster mag, zeker in de zomermaanden, in geen viskoffer ontbreken. Dit geldt voor zowel de bootvissers als voor de kantvissers onder ons. Een verenpaternoster is een onderlijn met een aantal zijlijntjes waaraan witte of gekleurde veren zijn gebonden. Vooral voor het vissen op makreel wordt deze onderlijn veel gebruikt. Ieder jaar weer gebruiken vele sportvissers de verenpaternoster om de makreel te bejagen. Onderlijnen met soms wel 10 (!) met veren beaasde haken worden vanaf een boot te water gelaten om in zo'n kort mogelijke tijd zoveel mogelijk vis aan boord te takelen. Van sportvissen is hier eigenlijk nauwelijks nog sprake. Het woord stropen lijkt hier meer op zijn plaats.
Maar goed, het lijkt inderdaad leuk om met een berg vis thuis te komen. Vooral als je voor het eerst de zee op bent geweest en nog nooit echt iets hebt gevangen. Je kunt het thuisfront dan wijsmaken dat je een goeie visser bent. Maar pas op! Ervaren vissers trappen er niet in. Mogen we dan niet met de verenpaternoster vissen? Natuurlijk wel. Je moet je alleen aan een paar regels houden. Een van die regels is dat je niet meer dan drie haken gebruikt. Drie makrelen tegelijk vangen is toch minstens zo leuk als zeven? Een andere regel is dat je kleine makrelen onmiddellijk voorzichtig onthaakt en meteen teruggooit. Doe dat echt voorzichtig, zodat je de schubben niet beschadigd. Nog een regel is dat je niet meer makreel vangt dan je denkt te consumeren. Daarbij moet je rekening houden met het feit dat niet veel mensen zitten te wachten op een paar makrelen. Je hoeft dus weinig rekening te houden met vrienden en bekenden. Als je deze regels in acht neemt, zal ik je nu uitleggen hoe je de perfecte verenpaternoster maakt. Neem een nylon lijn van ongeveer 70/00 dik en 150 centimer lang. Leg in ieder uiteinde een lus. Op gelijke afstand maak je in de lijn ook nog drie zijlussen. Neem nu een haak maat 1 of 2. De haak moet een ruim oog hebben zodat de dikke 70/00 lijn er doorheen kan. Je hebt nu een paar veren nodig. Meestal worden de nekveren gebruikt van een kip of haan. Je kunt dus besluiten een paar kippen te gaan houden of loop even langs de kinderboerderij. Je kunt ook een paar kennissen, die kippen houden, omkopen door ze een paar gerookte makrelen in het vooruitzicht te stellen. Veren van andere vogels voldoen trouwens ook prima, zolang ze maar zacht zijn. De kleur van de veren mag wit zijn, maar iedere andere kleur is ook goed. Neem voor iedere haak een stuk of vier veertjes, afhankelijk van de grootte. De veren bind je goed vast met sterk nylon of garen. De veren moeten niet meer dan 2 cm langer zijn dan de haak. Maak een stevige en dikke wikkeling. Werk de wikkeling bij voorkeur nog af met goede watervaste lijm. Bevestig de haken aan de zijlussen van de onderlijn. Maak in ieder lusje dan nog een extra knoopje in het midden. Aan de bovenste lus kun je een wartel zetten. Aan de onderste lus komt het werplood. Je hebt nu een verenpaternoster die meerdere vistochten meegaat. Deze is veel beter dan de verenpaternosters die je in de winkel kunt kopen. Deze bezitten meestal te grote haken en de knopen laten ook vaak veel te wensen over. Bovendien is het aantal haken vaak ook te groot. De kantvissers zijn nog niet helemaal klaar met het maken van de verenpaternoster. Er moeten namelijk nog een paar kurken (wijnfles) aan de bovenkant worden bevestigd. Je kunt dit het beste op een appart stukje lijn doen. Boor gewoon een gaatje in de lengterichting van een paar kurken. Rijg ze op een stuk nylon lijn van 70/00. Maak aan beide zijden een lus. Aan de onderkant van de verenpaternoster komt nu een werplood, zonder ankers, en aan de bovenkant een paar kurken. Bootvissers doen het zonder kurk. De manier van vissen met de verenparternoster is voor de boot- en kantvissers na te lezen onder het kopje Makreel bij de te vangen vissoorten.
|
||||||||||||||||||||
