De Zeevissite
Hengelsport    Sportvissen    Zeevissen    Bootvissen
Zeevissen. Hoeveel bezoekers heeft De Zeevissite vandaag?

Alles over zeevissen op De Zeevissite. De site over zeehengelsport, vissen, sportvissen en bootvissen.





Aas

Uitzonderingen daargelaten, zal een vis niet snel in een lege haak bijten. We kunnen de mooiste hengels, molens, en onderlijnen gebruiken, zonder aas zal er weinig te vangen zijn. Het aas dat we gebruiken hangt vooral af van de soort vis die we pogen te vangen. In dit hoofdstuk zullen de bekende, maar ook de wat minder bekende aassoorten worden besproken.


1.   Zeepier

Een van de bekendste aassoorten is de zeepier. De reden hiervan is vooral de gemakkelijke verkrijgbaarheid van dit aas. In praktisch elke hengelsportzaak is de zeepier te koop. Ook is het zeer goed mogelijk zelf zeepieren te spitten (steken). Een tweede zeer belangrijke reden is, dat veruit de meeste bij ons te vangen vissen wel te verleiden zijn met een zeepier. Op een enkele uitzondering na, is elke zeevis te vangen met zeepier.

Zeepieren kopen is uiteraard de gemakkelijkste manier om aan dit aas te komen. Het is echter zeker niet altijd de beste manier. De meeste vissen hebben namelijk een sterke voorkeur voor zeer vers aas. Zeepieren die al lange tijd in de koelkast hebben gelegen, hebben soms een veel mindere vangkracht dan zeepieren die een paar uur voor het vissen zijn gestoken.

Een van de eigenschappen van de zeepier is, dat hij zichzelf van binnenuit opeet. Een zeepier die lange tijd zonder voedsel is geweest is soms niet meer dan een dun velletje met een bijna vloeibare inhoud. Voor het vissen is hij dan vrijwel onbruikbaar. Controleer dus goed of de gekochte zeepieren nog vers zijn: bij aanraking moeten ze bewegen.

Zelf zeepieren spitten (steken, zegt de zeevisser) is natuurlijk een tijdrovend en niet al te licht karwei. Maar om aan vers aas te komen is het vaak wel de beste manier. Op een aantal plaatsen is het mogelijk zelf zeepieren te steken. Je hebt dan meestal wel een vergunning nodig, informeer hier dus naar. Het gemeentehuis of de plaatselijke VVV kan je vaak verder helpen.

Met zo'n vangst mocht Marijn wel thuiskomen.
  Een flinke baars  
 
De plaatsen waar de zeepieren zich bevinden, herken je aan de vreemde hoopjes op het zand. Deze hoopjes worden namelijk veroorzaakt door de zeepier. Op de plaatsen waar veel van deze hoopjes te vinden zijn, kan je dus zeepieren steken. Het beste gaat dit met een spitvork. Met een gewone schep is de kans groter dat de zeepieren beschadigd worden.

Maak eerst een gat van ongeveer 30 cm diep. Als dit is gebeurd, steek je met de spitvork steeds een stuk van de kant af. Het is alsof je plakken cake van de kant af snijdt. Steeds steek je een plak van ongeveer 10 cm dik van de kant. Deze plak gooi je opzij en met de spitvork kijk je voorzichtig of er zeepieren tussen zitten. Op deze manier doorgegaan, ontstaat er een soort sleuf in het zand. Graaf vooral op de plaatsen waar je de hoopjes ziet die de pieren veroorzaken.

De gevonden pieren kunnen in een emmer. Als het warm weer is, is het goed om de emmer met water te vullen. De pieren blijven dan goed vers. Ververs dit water wel af en toe. Een bijkomend voordeel is dat de pieren dan goed schoon worden. Na het steken, kunnen de pieren in een emmer zonder water. Doe een paar lagen krant op de bodem, zodat het vocht kan wegtrekken.

Thuisgekomen worden een paar kranten uitgespreid op het aanrecht of de werkbank. Tel steeds 50 pieren af en leg die op een (hele) uitgespreide krant. Leg ze een beetje losjes bij elkaar en vouw er dan een pakje van. Dit ritueel wordt herhaald totdat alle pieren verpakt zijn. Deze pakjes dienen koel te worden bewaard. Een ideale plaats is de groetela van de koelkast. Als dit niet kan (of mag), is het ook mogelijk de pakjes te bewaren in een koelbox met een paar koelelementen erbij. Zorg er wel voor dat de pieren niet kunnen bevriezen! Doe dus een paar lagen krant tussen de pakjes en de koelelementen. Op deze manier is het goed mogelijk de pieren minimaal een paar dagen goed vers te houden. De pakjes zijn ook erg gemakkelijk mee te nemen naar de visstek.


Strijkpier

Bij het spitten komt het nog al eens voor dat er beschadigde pieren naar boven komen. Deze hoeven echter niet te worden weggegooid. Ze zijn nog zeer goed bruikbaar als aas. Wel hebben ze een andere behandeling nodig.

Een beschadigde pier moet worden leeggestreken. Dit kan goed met de vinger of met de achterkant van een mes. Als eerste wordt de kop van de pier er afgesneden. Nu wordt met de vinger of de achterkant van een mes vanaf de staart richting de kop gestreken. Op deze manier komen de ingewanden naar buiten. Er blijft nu een omhulsel over. Deze 'stijkpier' vangt beslist niet minder goed dan de onbeschadigde pier. Wanneer de stijkpier vlak voor het vissen even op iets hards wordt gegooid, krimpt hij een beetje ineen tot een zeer stevig stukje aas. Afgooien zal niet gauw gebeuren. Bewaar de stijkpieren wel apart van de overige pieren! Pieren kunnen namelijk niet goed tegen het vocht dat bij beschadigde pieren naar buiten komt, vandaar.


Zoute pieren

De scharvissers onder ons weten al wat er wordt bedoeld met zoute pieren. Het zijn zeepieren die, vaak overgebleven na een vistocht, worden ingezouten. Deze zeepieren vormen dan een zeer goed aas voor met name schar.

Ingezouten pieren maak je als volgt. De zeepieren worden gelijkmatig uitgespreid over een dikke krant. Over de zeepieren wordt een laagje keukenzout gestrooid. Niet te zuinig zijn, de pieren moeten goed gezouten worden.

Laat alles een paar uurtjes intrekken. Het overtollige vocht zal in de krant trekken. De pieren worden iets kleiner en een stuk taaier. Ze verspreiden ook een bepaalde, vooral voor schar aantrekkelijke, lucht.

Doe de pieren in een plastic zak en doe er nog een beetje schoon zout bij. De zak wordt goed dichtgebonden en op een koele plaats weggelegd. Dit blijft maanden goed. Op deze manier heb je altijd aas bij de hand. Vooral in de winter is dat erg prettig. Want we gaan natuurlijk liever vissen dan pieren steken op een koude winterdag. En we hoeven overgebleven zeepieren nooit meer weg te gooien.

Ingezouten zeepieren vormen, zoals gezegd, een goed aas voor schar. De speciale lucht die ze verspreiden schijnt voor de schar erg aantrekkelijk te zijn. Ook voor gul zijn ze goed te gebruiken. Andere vissen zijn er volgens mij minder gek op.

Gebruik

Voor kleinere vis, zoals platvis, is een enkele pier op de haak meestal voldoende. Een pier wordt in zijn geheel op de haak geschoven. Zelf begin ik meestal bij de kop (de mond), maar bij de staart beginnen is ook goed. Prik de haakpunt in de mond van de zeepier en schuif hem, zonder door de zijkant te prikken, in zijn geheel op de haak. De haakpunt komt er bij de staart weer uit. Als je bij de staart begint, is dit uiteraard andersom. Wanneer de pier langer is dan de haak, schuif je hem verder op de haaklijn. Gewoon een beetje oefenen, dan gaat het na een paar keer proberen vanzelf. De pier mag gerust een beetje op de haaklijn blijven zitten. Tijdens het werpen schuift hij namelijk toch naar beneden en komt hij op de haak te zitten. Als je het niet vertrouwd, gewoon de pier een beetje naar beneden schuiven. Hij zit dan een beetje op de haak gepropt en vormt een vette hap.

Grotere vis vraagt meestal om groter aas. Een grote zeebaars of gul zal een grote hap aas aantrekkelijker vinden dan een enkel piertje. We gebruiken hier dus meer pieren op één haak. Gewoon de eerste pier in zijn geheel op de haaklijn schuiven waarna de tweede en meestal derde en zelfs vierde pier volgt. Behalve de laatste, worden ze allemaal op de haaklijn geschoven. Als men de laatste pier op de haaklijn heeft gezet, worden de eerste pieren voorzichtig naar beneden geschoven. Ze zitten dan op, of vlak boven, de haak gepropt. Op deze manier verkrijgt men een flinke hap aas. Er mag gerust een deel van het aas boven de haak zitten. Een grote gul of zeebaars zal het geheel in één keer naar binnen slokken, vaak inclusief eventueel op het aas aanwezige krab.




2.   Zager

Een tweede bekende aassoort, is de zager. De zager onderscheid zich van de zeepier door zijn bewegelijkheid, en de pootjes aan de zijkant. Zagers zijn ook in veel hengelsportzaken verkrijgbaar en worden daardoor ook veel gebruikt als aas. Goedkoop zijn ze zeker niet. In vergelijking met zeepieren zijn ze meestal een stuk duurder.

Veruit de meeste vissen zijn te vangen met zagers. Elke platvis, zeebaars, gul: zager lusten ze allemaal. Het zelf spitten van zagers is meestal wat lastiger. Plaatsen waar zagers voorkomen, zijn meestal verboden gebied voor sportvissers. Het gaat namelijk meestal om mosselpercelen. Toch zijn er enkele plaatsen waar zagers gespit kunnen worden.

Zagers zijn iets steviger dan zeepieren. Ze hebben geen vloeibare inhoud, zodat ze wat vaster op de haak zitten. Bij veel vissers hebben zagers daarom de voorkeur.

Zagers kunnen het beste worden bewaard in een platte bak met wat zee-turf. Met zee-turf bedoel ik het zwarte spul dat je op veel plaatsen langs de kust kan vinden. Gewone turf is niet geschikt om zagers in te bewaren. Bij gebrek aan zee-turf kunnen ook kleine houten krullen worden gebruikt. Zorg ervoor dat de zagers een beetje de ruimte hebben. Ze mogen niet op een kluitje bij elkaar liggen. Wanneer dit wel gebeurt, kruipen ze in elkaar en vormen ze een grote bal, die moeilijk uit elkaar te halen is.

Bewaar de zagers koel, zodat ze vers blijven. Ook hier is de groentela van de koelkast weer zeer geschikt.


Gebruik

Zagers kunnen net als zeepieren in zijn geheel op de haak worden geschoven. Een andere manier, is het rijgen van de zager op de haak (en vaak ook een stukje zijlijn). De haak wordt dan door de zager geprikt waarna een stukje wordt overgeslagen. Weer wordt de haak door de zager geprikt en een stukje overgeslagen. Dit wordt zo een paar keer herhaald.

Wanneer de zager te groot is voor een enkele haak, kan gemakkelijk een stukje worden afgebroken. Op deze manier is eenn zager vaak genoeg voor meerdere haken.




3.   Zachte krab

Een zeer goed aas voor grotere vis, is de zachte krab. Zachte krab is een krab die aan het verschalen is. De schaal van een krab groeit niet met hem mee. Ieder jaar moet een krab dus zijn jasje uitdoen en een nieuwe schaal vormen. Een krab die net zijn jasje kwijt is, vormt voor veel vissen een ware lekkernij.

Zachte krabben zijn soms te koop, maar moeilijker verkrijgbaar dan zeepieren of zagers. Zelf zoeken is soms de enige manier om aan dit aas te komen. Een krab die gaat verschalen, verstopt zich meestal in het water tussen een aantal grote stenen. Dit zijn dus de plaatsen waar ze gezocht moeten worden. Let er wel op dat je bij het zoeken naar zachte krabben niet de dijken beschadigt. Leg de stenen dus weer terug op hun plaats.



Een veelgebruikte hengelsteun voor op het strand.
  Strandsteun  
 

Gebuik

Een zachte krab kan niet zomaar op de haak geregen worden. Je moet een paar zaken in de gaten houden. De haakpunt moet vrij zijn, en niet verstopt zitten in de harde gedeelten van de krab. In dat geval zou je veel missers krijgen.

De krab moet wel stevig op de haak zitten. Een goede methode is het vastbinden op de haak van de krab met zeer dun draad. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld het zeer fijne draad uit een nylonkous. Op deze manier blijft de krab goed vastzitten. Wikkel de draad rond de krab en de haaksteel. Zorg er voor dat de bocht van de haak een beetje vrij ligt van de krab.




4.   Inktvis

Een aassoort dat wat minder wordt gebruikt, is inktvis. Dit komt mede door onbekendheid met dit aas. Toch kan inktvis, en dan vooral pijlinktvis, een goed aas zijn voor met name gul. Ook voor zeebaars is inktvis heel goed bruikbaar. Je moet er misschien even voor zoeken, maar op een aantal markten en in een aantal viswinkels is pijlinktvis wel degelijk verkrijgbaar.

Pijlinktvis kent een aantal belangrijke voordelen. In de eerste plaats is het erg goedkoop. Zeker wanneer je het vergelijkt met zeepieren of zagers. In de tweede plaats is het behoorlijk taai, zodat je het niet snel van de haak zal werpen. De inktvis is ook zeer goed te bewaren, gewoon in de vriezer. Zorg er dus voor dat er altijd een stuk inktvis in de vriezer ligt. Mocht er om de een of andere reden geen ander aas verkrijgbaar zijn, is de visdag toch niet verloren.

Naar mijn mening is de vangkracht van inktvis, in vergelijking met zeepieren en zagers, wel beperkt. In de eerste plaats is het aantal te vangen vissoorten kleiner wanneer men dit aas gebruikt. In de winter is dit geen probleem. Gul en wijting zijn prima met inktvis te vangen. In de zomer is de beperking wel merkbaar. De echte zomervissen, zoals de tong en de paling, zijn met inktvis moeilijker te verleiden dan met zeepier of zager. Voor de zeebaars is inktvis wel weer goed bruikbaar. Vooral wanneer men op de haak niet enkel een stukje inktvis steekt, maar er ook een stuk zager of een zeepier oprijgt, heeft men een zeer goed aas. Dit werkt beter dan enkel zeepier, zager of inktvis. Dus: eerst een zager of zeepier en dan een stukje inktvis. Op deze manier gooit men de zager of zeepier ook niet snel van de haak.

Gebruik

De inktvis wordt in stukjes gesneden of geknipt. Of beter gezegd: reepjes. Maak reepjes van ongeveer 5 tot 7 cm lang en een halve cm breed. Op deze manier wapperen de reepjes zeer verleidelijk. Dit in reepjes snijden kan uiteraard al thuis worden gedaan. Bewaar het aas in een plastic zakje dat goed kan worden afgesloten. Rijg het reepje zo op de haak, dat het in het verlengde van de haaksteel blijft zitten. Dus een paar keer de haak er doorsteken.




Klik hier voor de Inhoudspagina van De Zeevissite Klik hier voor de Homepage van De Zeevissite

Click Here! Zeevissen hengelsport en vissen.

zeevissen hengelsport zeebaars zeehengelsport