Bootvissen op GulWerpmolenOver de werpmolen kan ik kort zijn. Deze moet robuust en bovenal krachtig zijn. Met dit laatste bedoel ik, dat een zware gul gemakkelijk, zonder haperen, naar boven getakeld moet kunnen worden. Dit lukt moeilijker met bijvoorbeeld een snelle strandmolen. Een molen met een inhaalsnelheid van 90 of zelfs nog meer, gaat haperen wanneer er iets zwaars aan hangt. Snelheid gaat namelijk ten koste van kracht. Een molen met een inhaalsnelheid van ongeveer 65 tot 75cm is hier om deze reden meer op zijn plaats. We hoeven geen worpen van 100 meter of meer te maken, dus we zijn ook met een langzamere molen echt geen uren bezig met binnendraaien.Zoals ik al meer heb gezegd, maar het kan nooit genoeg zijn, moet de molen direct na de visdag goed worden afgespoeld. Tijdens het vissen komt er namelijk gegarandeerd zout water in de molen. Al is het maar zeer weinig, het zal de molen aantasten en minder betrouwbaar maken. Afspoelen, afdrogen en opbergen in een geventileerde droge ruimte dus. Manier van vissenHet is bij het gulvissen zeer belangrijk van de juiste onderlijn gebruik te maken. Echt, het vissen met de verkeerde onderlijn kan werkelijk op een teleurstelling uitlopen. Vooral wanneer de vangst over het algemeen matig is, kan het vissen met de verkeerde onderlijn oorzaak zijn van het feit dat u helemaal niets vangt.Wanneer het pittig stroomt, is het raadzaam met een lange dwarrellijn te vissen. Maak hiervoor bijvoorbeeld gebruik van de garay hoekafhouder. Ook een delta-afhouder met een lange dwarrellijn werkt erg goed. Met een lange dwarrellijn bedoel ik een haaklijn van meer dan een meter. Zelf houd ik het meestal op een lengte van ongeveer 150cm. Op het moment dat de stroom wegvalt, dienen we onmiddellijk over te schakelen op een ander systeem. Het beste werkt in dat geval een onderlijn met één of twee afhouders met niet te lange haaklijnen. Door met een lange dwarrellijn te vissen doet u uzelf op zulke momenten echt tekort. U zult zelf ervaren dat, bij het vissen met twee afhouders, vrijwel alle gullen aan de bovenste haak worden gevangen. U kunt dus een hoop aas besparen door met één afhouder te vissen en deze zo'n 50cm boven het lood te plaatsen.
Het AasGul is met verschillende soorten aas te vangen. Zeepier en zager voldoen bijvoorbeeld prima. Aan boord van een grote huurboot zal dit ook het aas zijn dat het meeste wordt gebruikt. Welk aas we ook gebruiken, het moet een flinke hap zijn. Een grote gul is moeilijk te vangen aan een haakje met één piertje er aan. Vier of vijf grote pieren moeten we toch zeker per haak gebruiken. Hoe meer aas op de haak, hoe groter de kans op grote gul.Dit is ook de reden dat ik zelf bij voorkeur met maar een haak vis. Je kunt beter zes pieren op één haak zetten, dan acht pieren verdeeld over twee haken. Als u merkt dat uw buren meer en vooral grotere gul vangen dan u, terwijl uw onderlijnen op vrijwel dezelfde plaats liggen, kan dit een teken zijn dat u te weinig aas op uw haken zet. Het aas is tegenwoordig niet echt goedkoop meer. Volgens mij was dat vroeger trouwens ook niet het geval. Om het gulvissen financieel toch nog een beetje aanvaardbaar te maken, moeten we verstandig omgaan met het aas. Dit geldt uiteraard ook voor de zelfspitters onder ons. Verstandig omgaan met het aas, betekent niet dat we minder aas aan een haak moeten zetten. Dit levert namelijk per definitie ook minder gul op. Nee, het gaat om de manier van beazen. Een zeepier of zager is relatief kwetsbaar. Wanneer we een behoorlijke worp maken, gaat een groot deel van het aas al verloren voordat het lood het wateroppervlakte raakt. Ook tijdens het zinken van het aas naar de bodem en tijdens het liggen in de stroom, gaat er aas verloren. Om deze verspilling een heel eind terug te brengen, maken we gebruik van inktvis. We rijgen eerst de pieren of zagers op de haak, waarna we een stukje inktvis op de haak prikken. Ook kunnen we na elke pier een stukje inktvis op de haak rijgen. Dus, eerst een pier, dan een stukje inkvis en zo verder. Op deze manier komt het aas muurvast op de haak te zitten. De inktvis die we gebruiken is pijlinktvis. Het is redelijk gemakkelijk verkrijgbaar en erg goedkoop. Voor een paar gulden heb je een hoeveelheid waar je vele vistochten mee kunt doen. Wat je nodig hebt neem je mee, de rest leg je thuis in de diepvries. De pijlinktvis snijden of knippen we in lange dunne reepjes. Deze kunnen dan lekker wapperen in de stroom, wat erg aantrekkelijk is voor de gul.
|