De gul is één van de zeevissen die zeer goed vanaf de (huur)boot is te vangen. Zo tegen het einde van september ontwaken de gulvissers uit hun zomerslaap en beginnen hun spullen in orde te maken. Er wordt nieuwe lijn op de molens gespoeld en de voorraad onderlijnen en lood wordt aangevuld tot een aanvaardbaar peil. Niets wordt aan het toeval overgelaten. Beter een maand te vroeg, dan een week te laat. Mocht het sein op groen gaan (de gul is er!), is alles gereed en een plaatsje op een boot gauw besproken.

Dit sein kunnen we meestal zo half oktober verwachten. Voor de bootvissers betekent dit, dat er meestal zo'n drie weken eerder gul gevangen kan worden dan de kantvissers. De eerste weken van december gaat het sein meestal weer op rood. De gullen vertrekken dan namelijk naar dieper water om zich voort te planten. Een en ander is vooral afhankelijk van de watertemperatuur. Rond februari moeten we ervoor zorgen dat we klaar staan voor de tweede ronde. De gul komt na het paaien namelijk terug en is dan zeer hongerig. Deze tweede ronde duurt tot ongeveer eind april, soms zelfs tot een paar weken in mei.

Voor en na de genoemde perioden is het best nog wel mogelijk om een gulletje te verschalken. Je bent dan wel aangewezen op bijvoorbeeld plaatsen waar scheepswrakken liggen. Dit zijn plaatsen waar de gul het gehele jaar aanwezig is. De manier van vissen op deze wrakken is een heel andere dan de manier die we nu zullen bespreken. Maar wees gerust! Binnenkort zullen we het ook hier een keer over hebben.

	Om verder te gaan met Bootvissen op gul.
	Om naar de Inhoudspagina te gaan.
	Om naar de Homepage te gaan.